Voor de individuele stukken zijn er een paar unieke verantwoordelijkheden. De starter moet de wedstrijd op gang brengen en een bepaalde afstand afleggen. Belangrijk voor het overdragen is dat later in het wisselvak van 20 meter te doen. Als je echt snel wilt zijn, moet je uitreiken naar de binnenkomende atleet die achter de ander aan moet omdat hij zich er dan op kan concentreren het hele stuk op volle snelheid te lopen. En hij kan binnen het wisselvak niet vertragen.
Het tweede stuk is belangrijk, want als de overdracht soepel verloopt, zit de hardloper op het rechte stuk. Het tweede en derde stuk kunnen het langst zijn, afhankelijk van hoe de overdracht verloopt. Maar omdat er in het tweede stuk geen bocht zit, kan een hoog tempo de illusie wekken meer afstand af te leggen. Het derde stuk is belangrijk want als het goed verloopt, kan het team afstand goedmaken. Het tweede stuk is op zich echt belangrijk: de hardloper heeft als taak het team een voorsprong te geven die de derde loper moet vergroten of handhaven.
De laatste loper heeft twee taken: winnen, en hopelijk een nieuw record vestigen. That’s it.