Als je naast Jakob Ingebrigtsen aan de startlijn staat, zal hij je verslaan. De Noorse middellangeafstandsloper zegt het met een nonchalante koelheid, maar zijn medailles getuigen van serieus talent. Op zijn 16e werd Jakob de jongste man ooit die een mijl liep in minder dan vier minuten. Nu is de 23-jarige een van de wereldtoppers op zowel de mijl als de 5000 meter.
Hij schrijft zijn enorme zelfvertrouwen toe aan zijn waanzinnige competitiedrang tegenover zijn twee oudere broers, die hem pushten om een van de slimste en meest succesvolle sterren in de hardloopwereld te worden. Jakob vertelt over rivaliteit, doelen en de mindset die nodig is om te winnen.
Binnen ons gezin was rivaliteit, niet sport, onze eerste liefde. Toen we hardlopen ontdekten, deden onze ouders niet aan sport. Maar omdat we een groot gezin zijn, vinden wij als jongens altijd wel manieren om de strijd met elkaar aan te gaan. Hardlopen was een snelle manier om te bepalen wie de beste was.
Familieleden zijn zowel je voorbeeld als een bron van jaloezie. Toen ik jong was, zei ik dat ik net als mijn broer wilde zijn. Met andere woorden: ik wilde hem verslaan.
Maar als je familie wint, win jij ook. Ik weet nog dat ik Henrik zag huilen toen Filip het wereldkampioenschap won in 2017. Henrik vertelde me dat hij precies dezelfde reactie had toen ik won op de Olympische Spelen. Gek genoeg voelt het alsof we deel uitmaken van elkaars traject als we iets bereiken.
Sinds mijn vijfde heb ik hardlopen professioneel aangepakt. Tegen de tijd dat ik in groep 3 zat, had ik al een mentale routine voor mijn wedstrijden. Mijn vrienden droegen teenslippers. Ik droeg een speedsuit. Het belangrijkste in mijn leven was om mijn wedstrijden te winnen.