Uitgelicht: vier Nike atleten over hun veerkracht, roots en doorzettingsvermogen
- 17-4-2025

Grenzen verleggen. Nieuwe mogelijkheden creëren. Ruimte scheppen.
Wat hebben deze totaal verschillende Nike atleten uit verschillende werelddelen, Dur Bali, Nader El-Jindaoui, Rouguy Diallo en Intisar Abdul-Kader, met elkaar gemeen? Ze hebben hun carrière te danken aan hun enorme veerkracht. Ze hebben blessures doorstaan, twijfels overwonnen, en zijn altijd trots op hun roots gebleven. Zo hebben ze een nieuwe generatie geïnspireerd om succes na te streven op hun eigen voorwaarden.
Voor deze atleten betekende elke tegenslag uiteindelijk een stap vooruit. En was elk obstakel ook een kans. Hier spreken zij zich uit over de momenten dat ze op de proef werden gesteld, over de rituelen die ze koesteren. En hier vertellen ze hoe ze nog steeds nieuwe paden banen, voor zichzelf en voor toekomstige atleten.

Dur Bali
21 jaar, komt uit Saudi-Arabië en speelt daar als forward in de eerste Saudische nationale basketbalcompetitie voor vrouwen
Zolang als ik mij kan herinneren, heeft basketbal mijn leven bepaald. Als kind was ik altijd met de sport bezig, of ik nu keek naar de wedstrijden van mijn opa of gewoon de energie van het basketbal absorbeerde. En ik werd echt verliefd op de sport toen ik voor de eerste keer zelf in een echte wedstrijd speelde. De ervaring van adrenaline door mijn lijf, het ritme van de wedstrijd, en dat alles daarbuiten vervaagde, dat voelde voor mij als thuiskomen.
En toen ik begon te beseffen dat ik niet meer alleen voor de lol speelde, werd basketbal voor mij echt heel serieus. Ik bestudeerde alles over het spel, ik stond vroeg op om te trainen en ik dwong mezelf om mijn grenzen te verleggen, omdat goed niet meer goed genoeg was voor mij.
Als tiener woonde ik een tijdje in Colorado, en dat bleek voor mij een kantelpunt. Colorado heeft mijn manier van kijken, naar mijzelf en naar mijn sport, volkomen veranderd. Het spel was er sneller, intensiever, fysieker. En er was een eindeloze stroom talenten. Daardoor werd ik gedwongen om beter, slimmer en harder te spelen. Tegelijkertijd drong het toen tot me door dat je overal ter wereld kunt basketballen, waar je ook bent. De passie voor de sport verbindt mensen met elkaar. Door de ervaring daar heb ik meer lef en ruggengraat ontwikkeld. En die nieuwe mindset bracht ik mee naar huis.
Mijn eerste echte basketballessen kreeg ik van mijn opa. Hij was een profspeler en hield me altijd voor dat je door je talent kan opvallen, maar dat alleen discipline en hart voor de sport je in de race houden. Hij leerde me geduld te hebben op het veld; hij leerde me wanneer je moet dimmen, hoe je inzicht krijgt in de verdediging en dat je altijd slim moet spelen, niet alleen hard. En buiten het veld moest je integer zijn. Hij zei tegen me: ''Aan de manier waarop je je buiten het veld gedraagt, is altijd te zien wat voor speler je bent." Dat is me altijd bijgebleven. Hij leerde me dat het in de sport niet alleen om winnen gaat, maar dat je als atleet staat voor leiderschap, veerkracht en trouw blijven aan jezelf.
In 2021 liep ik een enkelblessure op, waardoor ik bijna een jaar niet kon spelen. Dat was een van de dieptepunten in mijn carrière. Het feit dat je aan de kant moet blijven zitten, terwijl je met elke vezel in je lijf wilt spelen, dat vreet mentaal aan je.
Maar die blessure heeft me geleerd om geduld te hebben, en ook hoe belangrijk het is om vertrouwen te hebben in het proces waar je in zit. Ik richtte me op wat ik wél kon doen: revalideren, mentaal sterk blijven, en de sport verder bestuderen, maar dan vanuit een ander perspectief. En zo werd ik me ervan bewust dat veerkracht niet gaat om doorgaan ondanks de pijn, maar veeleer om aanpassen, leren en er sterker uitkomen.

Nader El-Jindaoui
28 jaar, voetballer uit Duitsland, speelt rechtsbuiten en heeft net getekend bij LA Galaxy
De eerste keer dat voetbal me echt raakte, was toen ik de Brazilianen zag spelen — Joga Bonito, weet je dat nog? De Nike campagne tijdens het WK van 2006. Joga Bonito betekent 'mooi spelen'. Toen ik ze zag spelen was het alsof ze dansten over het veld. Ik vond het geweldig en wilde worden zoals zij. Voor mij was voetbal iets moois. En vanaf dat moment wist ik dat voetbal mijn passie was. Ik werd gewoon verliefd op hun manier van spelen. Ze hebben me geïnspireerd.
Maar voor mij was de weg niet makkelijk. Als kind bleek dat ik epilepsie had en de dokters zeiden dat ik niet meer mocht voetballen. Gedurende een periode van twee jaar heb ik toen niet gespeeld. Maar ik bleef in mezelf geloven. Dat deed ik voor mijn familie. Zij bleven in mij geloven toen alle anderen afhaakten. Zij zijn de reden dat ik het nooit opgaf. Ze bezaten niets maar ze hebben ons alles gegeven. Ik had te maken met blessures, financiële problemen, veel druk, allemaal redenen om te stoppen, maar ik bleef doorgaan. Ik wilde mijn familie helpen en ze iets teruggeven voor alles wat ze voor me gedaan hadden. Zelfs toen de dokters zeiden dat ik niet meer mocht spelen, bleef ik vasthouden aan mijn droom.
En toen ik vader werd, was 'ik wil het gaan maken' niet meer genoeg, maar werd het: 'ik móet het gaan maken'. Als vader doe je alles voor je kinderen. Je denkt dat je al 100 procent je best doet, maar zodra je kids hebt, zet je je voor 200 procent in. Alsof je een nieuwe superkracht bezit.
Zonder mijn vrouw zou ik waarschijnlijk nooit zo ver zijn gekomen. Zij is mijn steun en toeverlaat. En mijn gezin is de brandstof waar ik op draai. Zij geven me energie. Zonder mijn gezin zou ik mijn doelen niet bereikt hebben.
Nu ben ik weg bij Hertha Berlin en begin ik bij LA Galaxy. Alles is hier nieuw voor me. Een andere cultuur, een andere taal, ander weer. Ik begin hier helemaal opnieuw. In Duitsland vinden ze me al oud met mijn 28 jaar. Maar ik ga iedereen laten zien dat ik nog niet ben uitgespeeld. En dat jong zijn minder belangrijk is dan goed zijn. Dat is nu mijn missie en dat wil ik aan Duitsland en de rest van de wereld laten zien.
Ik ben gespannen, en heel enthousiast. En ik ben ook wel een beetje bang. Maar ik vecht ertegen. Dat heb ik mijn hele leven al gedaan. Angst hoort erbij in het leven. Sommige mensen zeggen dat ik beter 'veilig' in Duitsland had kunnen blijven, maar ik wil niet dat ik later ooit terugkijk en dan moet zeggen dat ik het niet geprobeerd heb. Ik ga het niet alleen proberen, ik wil het helemaal gaan maken.

Rouguy Diallo
30 jaar, komt uit Frankrijk en werd wereldkampioen jeugd op hink-stap-sprong in 2014. Ze heeft ook deelgenomen aan de Olympische Spelen.
Ik ben altijd al competitief ingesteld. Heel lang was ik altijd maar tweede. Het scheelde vaak niet veel, maar ik won nooit. Maar op een dag, vlak voor een wedstrijd, belde mijn vader uit Guinee. Hij moedigde mij aan, en daarna won ik. Op dat moment besefte ik dat ik dit de rest van mijn leven wil blijven doen. Dit is mijn passie. En ik wil nog een keer winnen, en nog eens en nog eens.
Ik ben niet begonnen met hink-stap-sprong. Ik ben in veel andere disciplines uitgekomen voordat ik me specialiseerde. Toen ik 15 was deed ik vooral de zevenkamp. Daarin waren verspringen, de 100 meter horden en de 100 meter sprint mijn favoriete onderdelen. Ik was enorm veelzijdig. Bij de Franse nationale kampioenschappen werd ik gespot door Teddy Tamgho, die toen het wereldrecord hink-stap-springen bezat. Hij zag wel wat in mij en vroeg me om bij hem te komen trainen. Nou, als een wereldrecordhouder je vraagt om met hem te trainen, dan zeg je geen nee. Ik liet al het andere vallen, de meerkamp en alle andere disciplines, en ik richtte me alleen nog maar op hink-stap-sprong.
Ik heb meegedaan aan wedstrijden op het hoogste niveau, waaronder Europese kampioenschappen en de Olympische Spelen. Maar gek genoeg is dat niet waar ik het meest trots op ben. Mijn 'finest moment' was bij de Wereldkampioenschappen Jeugd in 2014. Daar haalde ik mijn eerste internationale medaille. Want ook al doe ik aan veel internationale wedstrijden mee, ik kan pas trots zijn als ik een medaille om m'n nek heb. Zo ben ik nu eenmaal. Ik hou van winnen. Overwinningen zijn voor mij alles.
Mijn sportloopbaan is niet makkelijk geweest. Ik heb veel blessures gehad. Met behoorlijk ernstig letsel. Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad. Elk jaar gebeurde er wel wat, vaak een paar maanden voor een belangrijke wedstrijd. Ik kon vaak maanden niet trainen. En toch lukte het me altijd om terug te komen en me opnieuw te kwalificeren.
Teddy is voor mij het allerbelangrijkste geweest. Van hem heb ik alles geleerd, zowel fysiek als mentaal. Hij is mentaal heel goed. Dat maakt hem bijzonder. Hij pushte mij om sterk te zijn, om te geloven in mijn kwaliteiten en nooit bij de pakken neer te zitten. Tijdens de trainingen lette hij op de kleinste details. Volgens hem kon je alleen de top halen als je perfect was. Hij bracht me ook discipline bij. Hij maakte me technisch zo sterk dat ik er altijd zeker van was in vorm te zijn. Ik was 100 procent zeker van mijn techniek.
Mijn geloof heeft me ook geholpen. Daarop is mijn hele leven gebaseerd. Als ik faal, ga ik te rade bij mijn geloof. En als ik win ook. Daardoor heb ik geleerd te relativeren en de dingen aan God over te laten. Of iets goed gaat of verkeerd, ik weet dat het altijd een reden heeft.

Intisar Abdul- Kader
38 jaar, marathonloper in het VK, en de eerste Somalische ooit die het basiskamp van de Mount Everest bereikte
Ik heb zojuist, als eerste Somalische vrouw, de serie van zes World Marathon Majors voltooid. Het heeft me jaren training, discipline en uithoudingsvermogen gekost om dit te bereiken, en nu heb ik de laatste finish gehaald. Ik kan het nog nauwelijks geloven.
De training is altijd zwaar, maar de uiteindelijke wedstrijd is voor mij de bekroning van het zware werk. Ik heb lastige marathons zoals die van Boston en New York gelopen, maar ik genoot van elke minuut en liet me door geen moeilijkheid uit het veld slaan. Ik laat me ook inspireren door andere Somalische lange-afstandslopers. We hebben ongelofelijk goede atleten, en het betekent veel voor me om deel uit te maken van die historie.
Vlak voor ik aan mijn master begon, kreeg ik de diagnose MS. Ik had al mijn hele leven aan hardlopen gedaan, maar door deze diagnose ben ik wedstrijden over langere afstanden gaan lopen. Tot dan toe had ik hardgelopen op school en op de uni, maar nu was ik aan een nieuwe routine toe. Ik had tijd voor mezelf nodig om mijn hoofd leeg te maken. En zo begon ik langere afstanden te lopen. Ik begon met runs van 5 km in het buurtpark, en dat werden al snel runs van 10 km en halve marathons. Ik heb een jaar getwijfeld voordat ik me inschreef voor de marathon van Londen, maar ik mocht meedoen! Ik had toen precies 10 jaar voorbereiding achter de rug.
In 2016 liep ik mijn eerste officiële marathon. Vanaf dat moment keek ik alleen maar vooruit. Door het hardlopen kan ik mijn symptomen van MS beter onder controle houden, vooral de moeheid. Dat is best gek, want van hardlopen word je natuurlijk ook moe. Maar door me te concentreren op de beweging kon ik me verweren tegen de plotselinge aanvallen van moeheid, die vaak gepaard gaan met evenwichtsproblemen en duizeligheid. Het hardlopen bracht me stabiliteit en een gevoel van controle over iets waar ik eigenlijk geen 100 procent controle over had. Bovendien kan ik rekenen op de ondersteuning van een geweldig klinisch team.
Naast de marathons waagde ik me ook op de Mount Everest. De klim naar het basiskamp was het moeilijkste dat ik ooit heb gedaan. De klim naar boven viel nog mee. Het ergste was de afdaling, dat was een verschrikking. Het was glad en ijskoud, en ik was steeds bang om te vallen. Tijdens het laatste stuk naar het basiskamp was het een dag en een nacht ontzettend koud met temperaturen tot min 25 graden Celsius. Ik kan eigenlijk nog steeds niet geloven dat ik het gehaald heb. Maar het moment dat ik boven kwam en mijn Somalische vlag werd gehesen is onvergetelijk.
Elk jaar op 18 mei toont de regering van Somaliland mijn foto en dat maakt me ontzettend trots. Mede dankzij die tocht wil ik graag een inspiratiebron zijn voor jonge moslimmeiden. Ik wil ze laten zien dat hun dromen er toe doen en dat de wereld op ze wacht.
Voor mij als moslima is het niet altijd makkelijk om een bekende hardloper te zijn. Ik ben ontzettend dankbaar voor de Nike hijab die er is sinds 2017. Daarvóór moest ik met een zelf geïmproviseerde hijab lopen en dat was best lastig. Het was sowieso moeilijk me in de juiste kleding te vertonen. Ik word nog steeds aangestaard door mensen. Toen ik aan de start stond van de marathon van Chicago in 2019, raakte een man mijn hoofd aan en zei dat hij mijn 'hoofddeksel' erg leuk vond. Ik was verbijsterd. Ik wás al nerveus, en dan is er ook nog iemand die het nodig vind om je persoonlijke ruimte te schenden. Gelukkig namen andere hardlopers het voor me op.
Dat voorval heeft me weerbaarder gemaakt. Mensen kunnen me aanstaren of commentaar geven, ik laat me daar niet door intimideren.